Heb je voor je vennootschap of eenmanszaak een grote aankoop gedaan die meerdere jaren moet meegaan? Dan geldt deze aankoop als een investering die je niet in één keer in je belastingen mag inboeken, maar die je over meerdere jaren moet afschrijven.
Hoe je die afschrijvingstermijn bepaalt en hoe je de jaarlijkse afschrijving kan berekenen, leggen we hier uit.
Hoe bereken je het juiste afschrijvingspercentage?
Het afschrijvingspercentage hangt af van de afschrijvingsduur van je investering. Als je een investering over een periode van 10 jaar afschrijft, dan is het afschrijvingspercentage 10% per jaar (100%/10 = 10%) bij een lineaire afschrijving. Daarnaast kan je ook degressief of progressief afschrijven. Later meer daarover.
De afschrijvingsduur moet je niet zelf berekenen, want daar zijn richtlijnen voor op basis van de waarschijnlijke levensduur. Hoewel dit geen officiële tabel is, worden de richtlijnen algemeen aanvaard. Wanneer je de investering op een kortere termijn wil afschrijven, heb je daar een goede verklaring voor nodig.
💡Accountable tip: Wanneer je bij Accountable een uitgave invoert in de categorie “investering” zal er automatisch een afschrijvingsperiode worden voorgesteld.
Wat zijn de richtlijnen voor de afschrijvingsduur?
🏢 Voor de afschrijving van vastgoed zijn er twee gangbare richtlijnen. Kantoren en gebouwen worden doorgaans over een periode van 33 jaar afgeschreven. Dat komt neer op zo’n 3% per jaar.
🏭 Industriële gebouwen, daarentegen, zijn sneller aan vernieuwing toe. Daarom mag je ze afschrijven aan 5% per jaar over een periode van 20 jaar.
☀️ Ook zonnepanelen hebben een lange afschrijvingsduur. Omdat ze tegenwoordig een vrij lange levensduur hebben, moet je zonnepanelen afschrijven over een periode van 20 jaar. Dat is dus ook een afschrijving van 5% per jaar.
🪑Voor meubilair, machines en installaties geldt een kortere afschrijvingsperiode. Er wordt algemeen aanvaard dat men deze investering aan 10% per jaar afschrijft over een periode van 10 jaar.
🚚 Voor rollend materieel, zoals een motor of bedrijfswagen, geldt een afschrijving van 20% over een periode van 5 jaar. Maar let erop dat je enkel het deel voor professioneel gebruik mag afschrijven.
🖥️ Klein materiaal, ten slotte, schrijf je af over een periode van 3 jaar tegen 33 procent per jaar. Onder klein materiaal verstaan we onder andere gereedschap, kantoorelektronica, laptops en smartphones.
Kan je een investering best lineair of degressief afschrijven?
Een lineaire afschrijving is het makkelijkst, maar daarnaast bestaan er nog enkele andere afschrijvingsmethoden: progressief, degressief en versneld.
Deze mogelijkheden zijn echter enkel voor eenmanszaken van toepassing. Vennootschappen moeten altijd lineair afschrijven. Bovendien mag je een progressieve of versnelde afschrijving ook niet zomaar gebruiken. Dat bespreek je dus best eerst met je boekhouder of één van onze partnerboekhouders.
Dus heb je als eigenaar van een eenmanszaak nog de keuze tussen lineair en degressief afschrijven.
- Een lineaire afschrijving kan volgens verwachte levensduur, zoals we reeds besproken hebben, maar het kan ook volgens bedrijfsdrukte. Je berekent dan op basis van het geschatte gebruik hoelang je investering zal meegaan. Als je ervan uitgaat dat je koffiemachine 20.000 kopjes kan zetten en er op kantoor zo’n 2500 kopjes per jaar gedronken worden, dan zou je de machine kunnen afschrijven over 8 jaar.
- Met een degressieve afschrijving kan je de termijn inkorten door aanvankelijk een hoger percentage af te schrijven. In het eerste jaar schrijf je tweemaal het normale percentage af. Ook in de volgende jaren mag je tweemaal het normale percentage van je saldo afschrijven. Wanneer de degressieve afschrijving kleiner wordt dan de lineaire afschrijving, schrijf je verder lineair af. In het laatste jaar zal je dan nog een kleiner bedrag afschrijven.
Hieronder leggen we uit hoe je een afschrijvingstabel opstelt en dan krijg je meteen ook een voorbeeld met het verschil tussen lineair en degressief afschrijven.
Hoe maak je een afschrijvingstabel?
Een afschrijvingstabel bevat alle informatie over de afschrijving van je investering. Het geeft je de totale waarde, hoeveel je elk jaar zal afschrijven, het saldo en hoeveel je in totaal al afgeschreven hebt per jaar.
Om te beginnen moet je weten hoeveel je gaat afschrijven. Dat is de aankoopwaarde verminderd met de restwaarde (hoeveel je investering op het einde nog waard is bij een eventuele doorverkoop). Daarna beslis je of je lineair of degressief gaat afschrijven. Je volgt de richtlijnen over de levensduur en berekent zo hoeveel procent je per jaar afschrijft.
In de tabel schrijf je dus neer hoeveel je elk jaar afschrijft, wat de waarde nog is van je investering daarna en hoeveel je in totaal al hebt afgeschreven.
In theorie lijkt het veel moeilijker dan het is. We leggen het dus even uit met een voorbeeld. Stel je koopt een bureautafel ter waarde van € 2 200 + btw met een restwaarde van € 500. Je gaat dus € 1 700 afschrijven. Aangezien het om meubilair gaat, schrijf je 10% af per jaar over een periode van 10 jaar. Je zal dus € 170 per jaar afschrijven.
In je afschrijvingstabel begin je dus met een totaalbedrag van € 1 700. Daar schrijf je in het eerste jaar € 170 van af als zelfstandige. (In een vennootschap zal het minder zijn omdat je pro rata moet afschrijven.) Daarna is er nog een saldo van € 1 530. Het volgende jaar schrijf je weer € 170 af. Het saldo is nu € 1 380 en in totaal heb je al € 340 afgeschreven.
Maak je de afschrijvingstabel van je investering met of zonder btw?
Als vennootschap of eenmanszaak houd je geen rekening met de btw in je afschrijvingstabel, tenzij je de betaalde btw niet kan recupereren via de btw-aangifte. Aangezien je de btw al recupereert via deze aangifte, is het niet logisch dat je deze nog een tweede keer verwerkt in je boekhouding.
Als vzw of zelfstandige die niet btw-plichtig is, houd je wel rekening met de betaalde btw. In dat geval mag je die niet-aftrekbare btw meetellen en aan hetzelfde percentage afschrijven als je investering.
Bij het voorbeeld van de bureautafel zal je dus rekening moeten houden met een btw-bedrag van € 462 (21% van € 2 200). Je schrijft dus in totaal € 2 142 af (aankoopbedrag van € 2 642 – € 500 restwaarde).
Hulp nodig?
Klinkt dit allemaal een beetje ingewikkeld? Onze applicatie zal jouw afschrijvingen automatisch coderen en stelt automatisch de juiste afschrijvingsperiode voor. Bovendien neemt hij al jouw belastingverplichtingen voor zijn rekening. Maar als je toch graag wat meer begeleiding wenst, kun je altijd beroep doen op onze partnerboekhouders!
Veelgestelde vragen over het afschrijven van investeringen
Alle aankopen die gelden als investeringen moet je in principe afschrijven. Normaal zijn dit duurdere aankopen die je meerdere jaren zal gebruiken in je bedrijf. Denk aan een bureautafel, wagen, zonnepanelen, computer, machine etc.
De Belgische belastingdienst verwacht dat je investeringen afschrijft over een langere termijn. Op die manier laat je de waarde van je investeringen ieder jaar een stukje zakken en verspreid je de aankoopkosten over meerdere jaren. Tenzij je een erg goede reden hebt, laat de belastingdienst je niet toe om een investering in één keer in te boeken.
Als eenmanszaak begin je de afschrijving in het jaar van de aankoop. Het maakt daarbij niet uit in welke maand je de investering doet. Bij een vennootschap is het iets ingewikkelder. Je moet namelijk pro rata afschrijven. Dat betekent dat je afschrijft vanaf de aankoopdatum. Koop je bijvoorbeeld een auto in juni, dan kan je in het eerste jaar maar voor ongeveer 10% afschrijven in plaats van 20%. In de volgende jaren mag je de wagen wel voor 20% afschrijven en in het laatste jaar schrijf je de resterende 10% af. Het belangrijkste verschil hierbij is dat het voor een vennootschap minder interessant is om op het einde van het jaar een grote investering te doen. Ze zullen namelijk maar een heel klein deel van die investering kunnen afschrijven in dat jaar.
Er is geen duidelijke regel over wanneer het om een gewone kost of om een investering gaat. Er wordt echter algemeen aangenomen dat je aankopen vanaf 250 euro kan afschrijven en dat je dit boven de 1000 euro zeker moet doen. Daarbij is het echter ook belangrijk of de aankoop voor een korte periode of voor meerdere jaren moet dienstdoen.